Tweede Exloërmond, 14 januari 2015
BRIEF DRAAGVLAKONDERZOEK WINDTURBINES VEENKOLONIËN
Betreft: Uitkomst draagvlakonderzoek windturbines in de Veenkoloniën, de daarmee samenhangende inhoud van de brieven van Minister Van der Hoeven en de recente reactie van de Minister van Economische Zaken.
Geachte leden van het Parlement,
In het Drentse deel van de Veenkoloniën, in het gebied waar windparken ¨De Drentse Monden¨ en ¨Oostermoer¨ gepland zijn, is eind 2014 in opdracht van de betrokken Gemeenten Borger-Odoorn, Aa & Hunze en Stadskanaal een draagvlakonderzoek onder de bevolking gehouden.
Dit draagvlakonderzoek had tot doel om op objectieve wijze vast te stellen of c.q. hoeveel draagvlak er in dit gebied onder de betrokken bevolking is voor de realisatie van windturbines.
Ter uwer informatie treft u, als parlementslid en als vertegenwoordiger van uw kiezers in dit gebied, de resultaten van dit draagvlakonderzoek in de bijlages aan.
Wij brengen in het kader van de uitkomsten van dit draagvlakonderzoek het volgende onder uw aandacht.
Vooreerst wijzen wij erop dat er in ons gebied een RCR (Rijks Coördinatie Regeling) procedure van toepassing is, op grond waarvan door de Rijksoverheid over kan worden gegaan tot vergunningverlening voor de realisatie van windturbines in dit deel van de Veenkoloniën. Van belang is daarbij dat, voordat tot plaatsing van winturbines over kan worden gegaan, daarbij is gesteld dat de initiatiefnemers daartoe voldoende draagvlak in het gebied moeten hebben gecreëerd.
In dit kader wijzen wij op de inhoud van de brief van Minister Van der Hoeven (EZ) van 8 juli 2010 aan ¨Duurzame Energieproductie Exloërmond¨ betreffende hun verzoek om toepassing van de RCR op het windproject in de Veenkoloniën.
Deze brief is een antwoord op de brief van 19 mei 2010, waarin Minister Van der Hoeven de bereidheid uitspreekt om de RCR in te zetten ten behoeve van de realisatie van windparken ¨De Drentse Monden¨ en ¨Oostermoer¨. Daarbij is het zo dat Minister Van der Hoeven onder meer naar de initiatiefnemers onder punt 3. van haar brief aantekent ¨Tevens bent u in eerste instantie verantwoordelijk voor het verkrijgen van draagvlak voor het project in de regio.¨
Uit het draagvlakonderzoek blijkt dat er absoluut GEEN DRAAGVLAK is in ons gebied: immers 82 % van de direct omwonenden is tegen een windturbinepark en slechts 10,3% is voor.
De regering heeft de uitkomsten van dit draagvlakonderzoek bekeken en tot onze verbazing luidt de conclusie van de minister van Economische Zaken dat er ´dan maar meer draagvlak gecreëerd moet worden´.
Gelet op hetgeen Minister Van der Hoeven in haar brief van 19 mei 2010 aantekende over draagvlak in de regio, waarvan nu objectief en kwalitatief is vastgesteld dat er GEEN DRAAGVLAK is voor windturbines in de Veenkoloniën, gaat de reactie van de Minister van Economische Zaken geheel voorbij aan hetgeen gesteld in de brief van Minister Van der Hoeven van 19 mei 2010. Deze voorwaarde en deze uitslag kan in onze optiek dan ook alleen maar leiden tot het definitief en onvoorwaardelijk schrappen van de Veenkoloniën als zoekgebied voor windturbines.
Overeenkomstig punt 3. van de brief van 19 mei 2010 zou in plaats daarvan in onze provincie moeten worden overgegaan tot het aanwijzen van zoekgebieden voor windenergie waar wel draagvlak is.
Wij verzoeken u dan ook als Kamerlid om de uitkomsten van dit draagvlakonderzoek aan de betrokken ministers voor te leggen en hen zo nodig per motie, op te roepen om in het verlengde van de voorwaarde zoals opgenomen in de brief van Minister Van der Hoeven, samen met de uitkomst van het draagvlakonderzoek, te besluiten dat de Veenkoloniën op grond daarvan moet worden geschrapt als zoekgebied voor realisatie van windturbines.
De inhoud en bovenal de uitkomst van de hierover door u met de betrokken ministers te voeren gesprekken zal op meer dan gemiddelde belangstelling van ons, van de betrokken Gemeenten en van de bevolking kunnen rekenen.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
J.L. Nieboer Woordvoerder Tegenwind Veenkoloniën
· Bijlage 1 RapportDEF-09122014
· Bijlage 2 BijlagenDEF-09122014
|